12. De praktijk van het assisteren
Totdat het tegendeel wordt aangetoond, geloven wij dat iedere assistent:
- erop uit is de omstandigheden te optimaliseren waarin leerlingen/studenten zich ontwikkelen;
- een positieve bijdrage wil leveren aan de organisatie;
- samenwerking nastreeft met alle bij de school betrokken beroepsactoren en doelgroepen;
- zijn activiteiten een afgeleide weet van het primaire onderwijsproces;
- plezier heeft in het creëren van mogelijkheden en voorwaarden ten behoeve van anderen;
- zich als een vertegenwoordiger opstelt van het algemene schoolbeleid;
- graag gewaardeerd wordt.
|
De kunst is niet op het probleem gefixeerd te zijn, maar op de oplossing; dat maakt een wereld van verschil.
Vaak volstaan de non-specifieke variabelen (zie hoofdstuk 3). Door gespitst te zijn op de dingen die goed gaan, toon je een houding die anderen er minder toe brengt dingen voor onmogelijk te houden.